Met zijn zachte, vlezige karakter en rijkdom aan smaken en aroma’s van de Ligurische bergen, heeft de Witte Boon uit Pigna een lange geschiedenis en een traditie die inmiddels diepgeworteld is in het grondgebied van het Regionaal Natuurpark van de Ligurische Alpen. Zijn smaak doet denken aan de authentieke sfeer van de herfst en de winter en zijn geschiedenis vertelt over lange oceaanreizen die hem naar de bergen van Imperia hebben gebracht, waar hij al het nodige heeft gevonden om de verrukkelijke peulvrucht te worden die vandaag de dag zelfs geliefd is bij de meest veeleisende fijnproevers.
Er zijn inmiddels drie eeuwen verstreken sinds de Witte Boon van Pigna in het gebied van Imperia de ideale bodem- en klimaatomstandigheden heeft gevonden om de voortreffelijke eigenschappen te ontwikkelen die hem zo bijzonder maken. Het was in de zeventiende eeuw dat de schepen uit de Nieuwe Wereld hem naar de Europese kusten brachten en de plant in Ligurië een ideale omgeving vond voor zijn ontwikkeling: goed gedraineerde grond en kalksteenbronwater dat rijk is aan mineralen. Sindsdien en tot op de dag van vandaag wordt de smakelijke klimgroente geteeld op deze droge stukken grond die in die hoogste gebieden van het achterland liggen.
De bonen van Pigna onderscheiden zich door hun lichtroze kleur die bijna naar beige neigt, door hun dunne huid, hun eivormige uiterlijk en een omvang die net iets kleiner is dan de rassen van Conio en Badalucco waarmee ze samen de bescherming van de Slow Food Foundation delen die er een Presidium van heeft gemaakt. In de mond proef je de smaak van aangename tonen van kastanje en verse noten, terwijl de textuur heerlijk zacht en vlezig is.
Van oudsher wordt er geteeld op percelen die tussen de 300 en 800 meter boven de zeespiegel liggen en die in het lokale dialect “abrugu” worden genoemd (oftewel “blootgesteld aan de zon”). In het algemeen bevinden die zich in de buurt van kleine beekjes die de irrigatiewerkzaamheden vergemakkelijken, zowel met de klassieke methode van natuurlijke stroming, via kanalen, als door besproeiing. Men zegt dat deze gebieden zelfs al in de Romeinse tijd werden bebouwd. Er wordt gezaaid in mei, terwijl men voor de oogst moet wachten tot september, wanneer de bonen voldoende droog zijn. De jaarlijkse productie bedraagt tussen de 40 en 45 kwintalen.
Hoewel ze over het algemeen droog worden gebruikt, zijn de Witte Bonen uit Pigna ook bijzonder smakelijk wanneer ze vers gebruikt worden, bijvoorbeeld in verkwikkende winterrecepten. De ideale manier om van hun smaak te genieten is om ze gekookt te eten, slechts gekruid met een scheutje extra olijfolie van de eerste persing. In de gastronomische traditie van Pigna worden ze meestal geserveerd als bijgerecht bij geitenvlees.
Bron: http://www.ilsecoloxix.it
Vertaling: Ilse Van Kuijen, vrijwilliger ALPY vzw
ALPY ging bij één van de bonenfamilies op bezoek en leerde er alles over de productiewijze, de bewaring en bereiding. De smaak is inderdaad uitzonderlijk en met geen andere bonen te vergelijken. Diezelfde familie heeft eveneens een kleine olijfbomengaard en verkoopt naast bonen ook olijfolie aan huis.
Wil je op deze boerderij vrijwillig meehelpen bij de oogst of hun producten bestellen? Contacteer ALPY!